| beginpagina | geschiedenis en actualiteit | officële en niet officiële bomen | bijzondere bomen en boomgroepen | kunstige bomen | verdwenen bomen | bomenstad | lijsten met bomen | genootschap | colofon


De eik en het varken
Over de koning van het bos, schelden, milieuproblemen en de eerste bosrecreant

Bij de verschijning van de tweede edite van 'Boomverhalen, een kleine geschiedenis van Almere' op 2 december 2006 werd in de varkenswei van Stadslandgoed de Kemphaan een eik geplant.

Van de eik is het blad makkelijk herkenbaar maar zijn vruchten zijn dat helemaal. Voor veel dieren zijn eikels belangrijk, zoals de eekhoorn, de egel, kraaien en Vlaamse gaaien. In de Middeleeuwen lieten varkenshoeders hun dieren in eikenbossen lopen waar ze op zoek konden naar de geurige en smakelijk vruchten. Het was de eerste gebruiksfunctie van het bos, naast die van houtleverantie. Verder meed de middeleeuwer het woud, dat hij alleen maar gevaarlijk vond.
In feite introduceerde het varken de mens tussen de bomen want door zijn gewroet hield hij onderbegroeiing tegen en werd het woud een bos: toegankelijker, minder donker en minder eng.
Het varken kan dus het ontstaan van een van de belangrijkste vormen van hedendaagse recreatie op zijn conto schrijven. Het werd hem niet in dank afgenomen. Men vond na verloop van tijd dat de varkens te veel schade aanrichtten (ze kunnen inderdaad met hun snuit onvoorstelbaar grote stukken bos omwoelen) of men wilde het bos exclusief gebruiken voor de jacht op het wild.
Zo werd het varken van een vrij bosdier dus een boerderijdier en later zelfs een industrie-dier; ver weg van het bos.

Voor de mens heeft de eikel qua woord meerdere betekenissen. Het woord eikel als vrucht van de eikenboom is in de Nederlandse taal voor het eerst gedocumenteerd in 1137. De betekenis van eikel als het voorste deel van de penis is in de bronnen terug te vinden in 1686. Als scheldwoord komen we het in een officiële woordenlijst voor het eerst tegen in 1989 (Luilebol!, het Nederlandse scheldwoordenboek) maar als scheldwoord bestond het woord natuurlijk al veel langer. Helaas voor de boomliefhebbers onder ons heeft de toch solide en onbesproken reputatie van de eik niet kunnen voorkomen dat het woord eikel een zekere bijbetekenis heeft gekregen. Weliswaar is de seksualiteit een zeer rijke bron voor beledigingen maar dat is de flora uiteindelijk ook (achterlijke gladiool, eigenheimer, druif, etc). Dus ‘eikel’ als scheldwoord verwijst ook naar de eik. Het is maar net wat de vuilbek er mee bedoelt.

Deze betekenis van eikel is op zich wel verwonderlijk want een eik, we zeiden het al, heeft een geweldige reputatie. Waar de leeuw de koning is in het dierenrijk, is de eik dat voor het bos. Een eik is symbool voor macht, kracht en levensduur.
Zelfs een dode eik kan nog heel lang meegaan. Zo is langs de Gooimeerdijk in Almere een fossiele eik gevonden die daar heeft gestaan van 60 na chr tot 144 na chr. In de Almeerse bodem zijn ruim twintig scheepswrakken uit vijf eeuwen teruggevonden die hoofdzakelijk zijn gemaakt van eikenhout. Dat hout heeft nog altijd stevigheid en kan, mits het nat blijft, nog heel lang mee.

Het onderzoek naar de jaarringen van dit scheepshout wijst op iets bijzonders: het gaat deels om buitenlands hout. Het bosareaal had ernstig te lijden onder de menselijke activiteiten. Dit milieuprobleem betekende dat scheepshout uit Oostzeelanden en Duitsland gehaald moest worden.

De zompige bodem in grote delen van Nederland liet grote bossen toch al niet toe, maar wat er stond was dus snel op, als brandhout, als hout voor schepen of anderszins. Toen de Gouden Eeuw in Nederland nog moest beginnen, was de Republiek al afhankelijk van buitenlands hout.
Het was overigens geen exclusief Nederlands probleem. Zo werd in de 16e eeuw in Engeland de kap van eiken en de heraanplant al wettelijk gereguleerd. Eikenbossen behoorden voor zeevarende naties tot hun strategische voorraad.

Wettelijke bescherming van bomen is dus al eeuwenoud. En toch, al even lang vermindert het bosareaal. Gelukkig zijn er plaatsen als Almere waar de afgelopen jaren miljoenen bomen zijn aangeplant. Om er nog een eik bij te zetten, in de varkensweide van Stadslandgoed de Kemphaan, past goed in deze traditie, zeker als het zo’n mooi kruispunt vormt van geschiedenis en hedendaags bestaan. Want het stadslandgoed is, met zijn eik en varken, voor de inwoners een poort naar het recreëren in het bos.

Het varken zal u knorrend verwelkomen of u met zijn kleine pretoogjes glimmend aanstaren, blij als hij is dat hij weer terug is bij zijn eik.

2006 11 29

Deze webpagina's zijn gemaakt door de leden van het Genootschap het Levende Huis uit Almere. De pagina's geven informatie over de bijzondere bomen en de geschiedenis van deze jongste stad van Nederland.