| | | | |
| ||||
Zwarte den (b28) Buiten Oostvaardersbuurt, Bataviastraat/Tolhuisstraat 2002, 20 maart Zwarte den Pinus nigra Niet elke den is een den. Heel wat kegeldragende naaldbomen, of coniferen, krijgen de naam den toebedeeld maar zijn dat niet altijd. Woorden met ‘den’ zijn populair. Men spreekt van ‘dennengroen’ voor decoraties en men zingt over een ‘dennenboom’ met Kerstmis terwijl men daarvoor nu juist sparrengroen en sparrenboom gebruikt. Alle ware dennen behoren tot het geslacht Pinus. Het zijn altijd groene bomen met taaie groene naalden, die in bundels van twee, drie of vijf bijeenstaan. In het eerste levensjaar van een den draagt het omhoog schietende stengeltje echter alleenstaande naalden. Het Latijnse woord ‘nigra’ betekent zwart en slaat op de kleur van de schors. Het is een statige maar decoratieve conifeer die tot 30 meter hoog wordt. De grove den komt waarschijnlijk van nature in Nederland voor. Hij is veel aangeplant om zandverstuivingen vast te leggen en is een uitstekende houtleverancier. In meubelzaken komen we hem tegen als Europees grenen. De zwarte den komt minder voor, maar omdat hij goed tegen zeewind kan, is hij zeer geschikt voor duinbebossing. 04 11 2005 |
 | Deze webpagina's zijn gemaakt door de leden van het Genootschap het Levende Huis uit Almere. De pagina's geven informatie over de bijzondere bomen en de geschiedenis van deze jongste stad van Nederland. |