| beginpagina | geschiedenis en actualiteit | officële en niet officiële bomen | bijzondere bomen en boomgroepen | kunstige bomen | verdwenen bomen | bomenstad | lijsten met bomen | genootschap | colofon

Gewone of Europese haagbeuk (b21)
Stad
Tussen de Vaarten, Appelpad/Charlotte van Pallandtlaan
2002, 20 maart
Gewone of Europese haagbeuk
Carpinus betulus

Het Latijnse ‘carpinus’ is van onbekende oorsprong. ‘Betulus’ betekent ‘op berkenblad gelijkend’. De Nederlandse naam haagbeuk duidt op een oud gebruik. Sinds lang wordt deze beuk gebruikt voor haagbeplanting. De haagbeuk is gevoelig voor zonnebrand op zijn stam. Hij beschermt de stam met lage bladergroei. Gecombineerd met het gegeven dat het verdorde blad de gehele winter aan de takken blijft hangen, zodat ook in de winter de beschuttende werking is gegarandeerd, maakt hem populair als haag. Verder heeft hij een uitstekend herstellingsvermogen en is daardoor geschikt voor vormsnoeien.

Het hout is sterk aan werking onderhevig en is weinig duurzaam. Door de korte nerf is het wel geschikt voor de fabricage van houten hamers, gereedschapsstelen en hakblokken. Omdat het niet splintert wordt het ook gebruikt voor kamraderen, spaken, tanden van eggen en ander landbouwgereedschap.
In tegenstelling tot de stam van andere bomen, die eigenlijk altijd min of meer cilindrisch zijn, is die van de haagbeuk uiterst onregelmatig. Stammen en takken hebben zelfs de neiging samen te groeien.
De gewone haagbeuk komt in Nederland van nature voor, maar dan alleen in de vorm van struiken. Spontane boomvorming komt hier zelden voor.
Deze boomvariant, de Carpinus betulus, heeft een hoogte van 15 tot 20 meter. De stam is kort, stevig, glad en heeft een grijsgrauwe kleur. De kroon is dicht en breed.

04 11 2005

Deze webpagina's zijn gemaakt door de leden van het Genootschap het Levende Huis uit Almere. De pagina's geven informatie over de bijzondere bomen en de geschiedenis van deze jongste stad van Nederland.