Hemelbomen hebben een sierlijke vorm. De gele bloemen bloeien in grote pluimen in de voorzomer. In de herfst ontwikkelt hij vrij smalle vruchten met een rode tot oranje tint, die fraai afsteekt tegen het donkergroene loof. De hemelboom wordt vaak gebruikt als parkboom. Omdat hij op zijn wortels uitlopers vormt, is hij niet geschikt als straatboom. De bast is glad en grijsachtig, het hout is wit en compact. De schors bevat een stroopachtige hars. Deze werd vroeger gedroogd en als wierook gebruikt.
De naam Ailanthus is afgeleid van ‘aylanto’, dat ‘naar de hemel reikt’ betekent, de naam die de Molukkers aan de boom gaven. De eigenlijke hemelboom werd in China ontdekt. Zaden werden rond 1750 in Europa opnieuw opgekweekt en sindsdien is de boom over geheel Europa aangeplant. De Chinezen gebruikten het blad, net als dat van de moerbei, om er hun zijderupsen mee te voeren. Dat is de reden dat de boom op grote schaal in Zuid-Frankrijk is aangeplant.
04 11 2005
![]() | Deze webpagina's zijn gemaakt door de leden van het Genootschap het Levende Huis uit Almere. De pagina's geven informatie over de bijzondere bomen en de geschiedenis van deze jongste stad van Nederland. |